Minister Blok van Veiligheid en Justitie bereidt wetgeving voor om de
maximale strafmaat te verhogen voor een aantal ernstige verkeersdelicten. Dat
schrijft hij vandaag aan de Tweede Kamer. Het gaat om rijden onder invloed,
doorrijden na een ongeval, rijden zonder (geldig) rijbewijs en gevaarlijk
rijgedrag zonder ernstige gevolgen. Ook zal in het wetsvoorstel op een andere
manier invulling gegeven worden aan het begrip roekeloosheid in de
Wegenverkeerswet 1994, zodat meer situaties waarin roekeloos wordt gereden
kunnen worden bestraft. Tot slot wil hij mogelijk maken dat de politie meer
opsporingsbevoegdheden krijgt in situaties waarin bestuurders zijn doorgereden
na een ernstig ongeval met letsel of erger tot gevolg.
De minister baseert zich bij deze wijzigingen op de resultaten van een
onderzoek van de universiteit van Groningen. Het onderzoek is uitgevoerd in
opdracht van het wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum van het
ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC). Minister Blok vindt het een
waardevol onderzoek, omdat het een goed beeld geeft van straffen bij ernstige
verkeersdelicten. Met de maatregelen die Blok neemt, komt hij tegemoet aan de
verbeterpunten die de onderzoekers zien.Naast deze verbeterpunten is een belangrijke constatering van de onderzoekers dat het niveau van bestraffing over het algemeen adequaat is. Ook blijkt dat, conform de bedoeling van de wetgever, dat naarmate de ernst van de verkeersfout en de ernst van het letsel toenemen, ook de duur en zwaarte van de straf toeneemt.