Overheidsinstanties moeten het gesprek aangaan als burgers geluidsopnamen van
een gesprek willen maken. Dit blijkt uit het zogeheten 'terugblikonderzoek'
van de Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen. Hierin is onderzocht of en hoe
overheidsinstanties uitvoering hebben gegeven aan de in 2014 gepubliceerde
spelregels voor het maken van geluidsopnamen. De ombudsman moedigt overheden aan
om met de spelregels aan de slag te gaan. Van Zutphen: 'Ambtenaren hoeven er
niet van te schrikken als burgers opnamen willen maken'. Hij voorziet dat
gemeenten in toenemende mate vragen hierover krijgen nu gemeenten vanwege de
decentralisatie meer en meer zaken rechtstreeks met de burger moeten regelen
tijdens het keukentafelgesprek.
Instanties die te maken krijgen met vragen van burgers om geluidsopnamen te
maken zijn de IND, het UWV, de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdzorg
Nederland en de Gecertificeerde instellingen. Hier ontving de ombudsman de
meeste klachten over en zij waren dan ook betrokken bij het eerdere onderzoek in
2014. Uit dit terugblikonderzoek blijkt nu dat deze overheidsinstanties de
spelregels hebben ingevoerd. De ervaringen zijn overwegend positief. Wel wordt
aangegeven dat ze ook tegen enkele dilemma's aanlopen. Zo kunnen in de praktijk
problemen ontstaan als de burger zich niet aan de spelregels houdt en stiekem
opnamen maakt. Er is dan geen zicht op het gebruik voor andere doeleinden.
De ombudsman is ervan overtuigd dat de spelregels bijdragen aan duidelijkheid
over wat burger en overheidsinstanties van elkaar mogen verwachten. 'Juist door
transparant te zijn, neem je als overheid de behoefte om stiekem opnamen te
maken bij burgers weg', aldus Van Zutphen. En door over de achterliggende
motieven van burgers in gesprek te gaan kan er al veel 'kou uit de lucht' worden
gehaald. Hij moedigt overheden aan om verder aan de slag te gaan met de
spelregels.
(nationaleombudsman.nl)
0 reacties:
Een reactie posten